Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen nu [1]Athalia, de moeder van [2]Ahazia, zag, dat haar zoon dood was, zo maakte zij zich op, en bracht [3]al het koninklijke zaad om. 1. Welke was Achabs dochter, de huisvrouw van Joram en moeder van Ahazia, dien Jehu gedood had, boven, hfdst.8 vs.18, en hfdst.9 vs.27. 2. Zie boven, hfdst.9 vs.27. 3. Hebreeuws, al het zaad des koninkrijks; dat is, al de prinsen van den bloede, op welke de successie der kroon mocht komen. Versta dit, van Athalia's voornemen, niet van de volle daad; want een is ontkomen; gelijk vs.2 uitwijst.